’t Wisselvuur

’t  Wisselvuur

’t Donderde de hele dag
her en der een harde slag.
Vèr- af soms, maar ook wel dichterbij.
De poes klampte zich stevig vast aan mij.
De tweede sloop hologig rond..
beefde daar de grond?

Weer een harde klap,
en ze verdwenen rap
onder een kast,
die rammelde bij deze luide last.
‘k Schoot uit mijn dichters-stoel.
Wie richtte daar op welk doel?

Door de straten trok, als een narrig spook,
gestaag de grauwe kruitdampsmook.

Maar zodra de avond viel
verscheen het ene na het andere fleurig draaiend wiel
voor het uitspansel van donkerblauw fluweel.
Urenlang en talloos veel,
vergezeld van sputters en gesis,
(sprékend al ons eigen ozo klein gekissebis).

alzo veranderden -met goed gerichte aandacht
en simpele kartonnen kracht –
wat kleine vonkjes vuur
de sfeer van ‘naar en schraal en guur’
in ‘t feest van vrolijk spelend licht.
Plus een gedicht.

De dorpsdichter, dankbaar voor de zorgvuldigheid van de vuurwerkafstekers, wenst U een fijn Nieuw Jaar.