De Koe op het Plein
In onze uitgestrekte weiden
Lagen eeuwenlang de koeien op hun zijde
Kalm herkauwend,
nimmer verflauwend.
Zo vloeiden hele rivieren
uit koeienkwartieren
Vol melk en room
een vredevolle rijke stroom.
Dit zorgzaam samenspel
bracht ons de bevolkingsbel.
Dus komt, niet te vermijden,
de Maatschappelijke Ontwikkeling tussenbeiden
Daarop vertrouwend,
fluks voortbouwend
Verruilen we weiden voor wijken
Boeren bezwijken.
Maar in het dorp, midden op het plein
(en daarvoor moet je echt bij de Nieuwerbruggers zijn)
Ligt nu de méést sprankelende kleurrijke Koe.
Ze doet er het zwijgen toe,
haar hoorns van goud vangen het licht.
De Dorpsdichter maakte deze ode óók voor Jackie Bouwens, de kunstenares van de koe, die zelf tussen de weiden woonde en wijst er even op dat in nabij Oudewater een kip is verrezen – met het gezicht op Hoenkoop gericht.